Altolamprologus calvus
Karakter:
De Calvus is een echte rover. Deze cichliden worden
rond de 13 cm groot. Vormt geen territorium. Je kan het beste een koppel houden van de Altolamprologus calvus.
Inrichting:
Je kan deze cichliden al houden in een aquarium van
1 meter. Hij stelt het zeer op prijs als er in de rotspartij wat nauwe spleten zitten.
Kweek:
Het vrouwtje
kiest een plek uit waar de man niet bij kan komen. Vaak is dat een nauwe spleet in een rotspartij. Als je echt geen nauwe
spleten hebt dan kan je ook een paar lege slakkenhuizen in je aquarium leggen. Het opkweken van het jongbroed gaat niet altijd
even gemakkelijk. Het jongbroed heeft krachtig opfokvoer nodig en regelmatig water verversen is erg belangrijk. Vrouwtje zorgt
een tijdje voor het jongbroed, maar als ze echt gaan uitzwemmen is het beter om het mannetje te verwijderen. Meestal hebben
de mannetjes de neiging om het jongbroed op te eten.
Voeding:
Garnaaltjes, koolvisfilet, mosselen, artemia, krill, mysis, cyclops,
witte-, zwarte muggenlarven, vlokvoer en sticks.
Waterconditie:
Temp: 24
t/m 27 C
Ph: 7,3
t/m 8,8
Herkomst:
Tanganyika meer
Eigen ervaringen:
Claudia:
Ik heb al enkele jaren 1 man en 3 vrouwen van de A. Calvus in mijn aquarium zwemmen. Dat gaat uitstekend.
Het is een hele rustige Tanganyika cichlide. De man heeft geen vaste vrouw. De vrouwtjes leggen hun eitjes vaak in lege slakkenhuizen.
Ik heb al een paar keer een nestje gehad maar het valt niet mee om een flink aantal kleintjes over te houden. Na 2 weken ontstaat
er bij mij altijd een massale sterfte bij de kleintjes. De kleintjes die dat overleven groeien meestal goed op en worden net
zo mooi als hun ouders.
Foto: Claudia
Altolamprologus compressiceps
Karakter:
Hele
goede rover die geen territorium vormt. Als ze alleen in een aquarium geplaatst worden kunnen ze heel lang schuw blijven.
Het beste is om ze als koppel te houden.
Inrichting:
Heeft graag een flinke rotspartij met
veel nauwe spleten en een zandbodem. Laat planten zoals: Anubias, Vallisneria, hoornblad met rust.
Kweek:
Het zijn holenbroeders. Vrouwtje kiest
een hol uit waar het mannetje niet in kan komen. Ze broeden ook vaak in lege slakkenhuizen. De eieren komen na een week uit
en het vrouwtje zal de jongen verder verzorgen. Het mannetje zal de jongen zien als een lekker hapje. Het opkweken van de
jongen gaat vrij moeilijk, omdat ze ook erg langzaam groeien. Volwassen exemplaren worden ongeveer 15 cm, de vrouwtjes worden
maar 8 – 10 cm.
Voeding:
Mysis, krill, garnalen, koolvisfilet,
zwarte-, witte muggenlarven, artemia en droogvoer.
Waterconditie:
Temp: 24 t/m 27 C
Ph: 7,3 t/m 8,8
Herkomst:
Tanganyika meer.
Eigen ervaringen:
|
|
Foto: T. vd. Ploeg
|
Foto: T. vd. Ploeg
|
|
|
Foto: T. vd. Ploeg
|
Foto: T. vd. Ploeg
|
Cyathopharynx
furcifer
Karakter:
De
mannetjes van deze soort zijn territoriaal en onstuimig. De vrouwtjes leven in
groepen apart, maar blijven in de buurt van de mannetjes zwemmen. Deze cichliden ( 20 cm ) hebben een ruim ( vanaf 1.50 meter,
liefst 2 meter ) aquarium nodig. Je kan het beste 1 dominant mannetje en een kleiner mannetje met circa 5 vrouwtjes houden.
Het is niet aan te raden om in hetzelfde aquarium andere Tanganyika cichliden onder te brengen. Als je wel andere cichliden
erbij wilt zetten moet je in iedergeval geen grotere cichliden kiezen dan de Cyathopharynx Furcifer. De Neolamprologus
Brichardi groep is zeer geschikt als bijvis.
Inrichting:
Het aquarium
moet enkele grote stenen bevatten en meer dan de helft van de bodem moet bestaan uit zand.
Kweek:
De kweek is eigenlijk
niet zo moeilijk. Het mannetje maakt een groot kraternest en lokt een vrouwtje mee naar het nest. De eitjes worden gelijk
door het vrouwtje in de bek genomen. De nesten kunnen circa 25 eieren bevatten. Na ongeveer 26 dagen spuugt het vrouwtje het
jongbroed uit.
Voeding:
Cichlidenmix, artemia,
cyclops, mysis, krill, garnalen, mosselen, witte-, zwarte muggelarven,
koolvisfilet, droogvoer en sticks.
Waterconditie:
Temp: 24 t/m 27 C
Ph: 7,3 t/m 8,8
Herkomst:
Overgangshabitats in
het Tanganyikameer
Eigen ervaringen:
Foto: Claudia
Cyphotilapia
frontosa burundi
Karakter:
In het
algemeen worden Frontosa’s 20 a 35 cm. Frontosa’s zijn rustige zwemmers, maar erg kieskeurig qua voeding. Als
ze jong zijn krijgen ze een groeipiek en als ze die piek eenmaal bereikt hebben dan groeien ze erg langzaam. Het is een groepsdier
dus 1 man met 3 a 4 vrouwtjes volstaat prima.
Inrichting:
Deze
grote cichliden hebben een ruim aquarium nodig. Een aquarium vanaf 1.50 is zeer geschikt voor een groepje Frontosa’s.
De vrouwtjes hebben graag wat holen in het aquarium om zich af en toe in te verstoppen voor de mannetjes. Verder is een open
plek in het aquarium erg belangrijk omdat ze daar de eieren ( 25 tot 100 stuks ) afzetten.
Kweek:
Op een
open plek zet het vrouwtje haar eitjes af en die worden weer bevrucht door het mannetje. Als dat proces klaar is neemt het
vrouwtje de eitjes in haar bek. Ze houd de eitjes voor een lange tijd ( 5 weken ) in haar bek. Daarna laat ze het jongbroed
een voor een los, maar als er gevaar dreigt neemt ze het jongbroed weer in haar bek. Het jongbroed is vrij eenvoudig op te
kweken omdat ze best groot zijn als het vrouwtje ze loslaat.
Voeding:
Garnalen,
mosselen, koolvisfilet, krill, mysis, artemia, witte-, zwarte muggenlarven, droogvoer sticks.
Waterconditie:
Temp: 24 t/m 27 C
Ph: 7,3 t/m 8,8
Herkomst:
Komt in
het hele Tanganyika meer voor.
Eigen
ervaringen:
Claudia:
Ik heb
een hele grote groep Frontosa’s zitten. Ze zijn ontzettend kieskeurig met eten, dus ik wissel erg vaak af met het voer.
Ik heb al 2 nestjes van de Frontosa Burundi gehad en ze zijn erg makkelijk op te kweken. Ze eten dan ook al normale artemia
( diepvries ) en cyclops. De agressiviteit tussen de mannen is eigenlijk nihil, maar ze zijn allemaal met elkaar opgegroeid
dus dat zal misschien wel helpen. Bij de Frontosa Burundi’s zwemt een Julidochromis Transcriptus en nog steeds kijken
de Frontosa’s daar niet naar om. Misschien omdat ze allemaal nakweek zijn. Verder zwemt er een Altolamprologus Compressiceps
man en een jonkie ( die in het aquarium is geboren ) bij en een paar synodontis polly. Gaat allemaal prima en iedereen heeft
zijn eigen plekje.
Ik heb ook nog een groep Frontosa Zaire Blue Kapampa en die zijn een stuk pittiger qua karakter. Het is F1 kweek
en elke vis die je erbij zet die wat kleiner is dan hun word afgeslacht. Het is een hechte groep en volgens mij heb ik 1 man
en 9 vrouwen maar dat is eigenlijk nog niet zo goed te zien. Dus ben benieuwd wat er uit komt rollen.
|
|
Foto: Claudia
|
Foto: Claudia
|
Cyprichromis leptosoma
Karakter:
Zijn hele rustige, vreedzame cichliden.
Ze vormen geen territorium.
Inrichting:
Ze komen het beste tot hun recht als ze
een aquarium hebben van minimaal 1.20 meter. Ze leven in de bovenste waterlaag van het aquarium.
Kweek:
De mannetjes en vrouwtjes vormen beide aparte groepen.
De eieren worden in open water afgezet en gelijk door het vrouwtje in de bek genomen. Na 3 – 4 weken spuugt het vrouwtje
het jongbroed uit en blijft ze zeker nog een week voor de jonge vissen zorgen. Leptosoma’s eten jonge visjes bijna nooit
op. Het kan weleens gebeuren dat de dominante Leptosoma man een paar jonge visjes op eet. Volwassen exemplaren worden ongeveer
14 cm.
Voeding:
Cyclops, artemia, mysis, witte-, zwarte
muggenlarven, krill en droogvoer.
Waterconditie:
Temp:
24 t/m 27 C
Ph:
7,3 t/m 8,8
Herkomst:
Tanganyika meer
Eigen ervaringen:
Home Tanganyika database
|